Esther 6:9

SVEn men zal dat kleed en dat paard geven in de hand van een uit de vorsten des konings, van de grootste heren, en men zal het dien man aantrekken, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft; en men zal hem op dat paard doen rijden door de straten der stad, en men zal voor hem roepen: Alzo zal men dien man doen, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft!
WLCוְנָתֹ֨ון הַלְּב֜וּשׁ וְהַסּ֗וּס עַל־יַד־אִ֞ישׁ מִשָּׂרֵ֤י הַמֶּ֙לֶךְ֙ הַֽפַּרְתְּמִ֔ים וְהִלְבִּ֙ישׁוּ֙ אֶת־הָאִ֔ישׁ אֲשֶׁ֥ר הַמֶּ֖לֶךְ חָפֵ֣ץ בִּֽיקָרֹ֑ו וְהִרְכִּיבֻ֤הוּ עַל־הַסּוּס֙ בִּרְחֹ֣וב הָעִ֔יר וְקָרְא֣וּ לְפָנָ֔יו כָּ֚כָה יֵעָשֶׂ֣ה לָאִ֔ישׁ אֲשֶׁ֥ר הַמֶּ֖לֶךְ חָפֵ֥ץ בִּיקָרֹֽו׃
Trans.wənāṯwōn halləḇûš wəhassûs ‘al-yaḏ-’îš miśśārê hammeleḵə haparətəmîm wəhiləbîšû ’eṯ-hā’îš ’ăšer hammeleḵə ḥāfēṣ bîqārwō wəhirəkîḇuhû ‘al-hassûs birəḥwōḇ hā‘îr wəqārə’û ləfānāyw kāḵâ yē‘āśeh lā’îš ’ăšer hammeleḵə ḥāfēṣ bîqārwō:

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel), Paard
Genesis 41:43, 1 Koningen 1:33

Aantekeningen

En men zal dat kleed en dat paard geven in de hand van een uit de vorsten des konings, van de grootste heren, en men zal het dien man aantrekken, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft; en men zal hem op dat paard doen rijden door de straten der stad, en men zal voor hem roepen: Alzo zal men dien man doen, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft!


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

נָת֨וֹן

geven

הַ

-

לְּב֜וּשׁ

En men zal dat kleed

וְ

-

הַ

-

סּ֗וּס

en dat paard

עַל־

in

יַד־

de hand

אִ֞ישׁ

van een

מִ

-

שָּׂרֵ֤י

de vorsten

הַ

-

מֶּ֙לֶךְ֙

des konings

הַֽ

-

פַּרְתְּמִ֔ים

van de grootste heren

וְ

-

הִלְבִּ֙ישׁוּ֙

aantrekken

אֶת־

-

הָ

-

אִ֔ישׁ

en men zal het dien man

אֲשֶׁ֥ר

tot wiens

הַ

-

מֶּ֖לֶךְ

de koning

חָפֵ֣ץ

een welbehagen heeft

בִּֽ

eer

יקָר֑וֹ

eer

וְ

-

הִרְכִּיבֻ֤הוּ

doen rijden

עַל־

en men zal hem op

הַ

-

סּוּס֙

dat paard

בִּ

-

רְח֣וֹב

door de straten

הָ

-

עִ֔יר

der stad

וְ

-

קָרְא֣וּ

hem roepen

לְ

-

פָנָ֔יו

en men zal voor

כָּ֚כָה

Alzo

יֵעָשֶׂ֣ה

doen

לָ

-

אִ֔ישׁ

zal men dien man

אֲשֶׁ֥ר

tot wiens

הַ

-

מֶּ֖לֶךְ

de koning

חָפֵ֥ץ

een welbehagen heeft

בִּ

-

יקָרֽוֹ

-


En men zal dat kleed en dat paard geven in de hand van een uit de vorsten des konings, van de grootste heren, en men zal het dien man aantrekken, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft; en men zal hem op dat paard doen rijden door de straten der stad, en men zal voor hem roepen: Alzo zal men dien man doen, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft!

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!